De foto boven dit verhaal is het beeld wat je krijgt als je bij bekende stockfotosites zoekt op het woord armoede. Zwervers, kinderen in smerige kleding in een derdewereldland, sloppenwijken. Dat is het beeld van armoede wat wij ook graag voor ons zien. Want dat er hier in Nederland bijna 1 miljoen mensen op of rond de grens van armoede leven, dat onze houding en politieke keuzes hier aan ten grondslag liggen, en dat het ook gewoon je buurvrouw kan zijn waar je niks aan merkt, dat kan niet. Ons denkbeeld wil daar niet aan.
En daar kunnen we niks aan doen, zou je zeggen. De mens heeft nu eenmaal het mechanisme om dat waar we niets mee kunnen, dat wat ons raakt, rooskleurig te maken en de ogen te doen sluiten. Maar toch ga ik, in mijn eerste blog na de terugkeer van mijn site en op Wereld Armoede Dag, wel een wat hardere toon aanslaan.
Want we kunnen er wel degelijk wat aan doen.
Volgende Dikke van Dale is de definitie van armoede ‘de toestand van iemand die weinig of onvoldoende geld heeft om van te leven’. In de praktijk betekent dit dus dat bijna 1 miljoen mensen in Nederland weinig of onvoldoende geld heeft om te kunnen leven. De kranten spraken er allemaal schande van. De politici buitelden over elkaar heen om extra koopkracht te regelen bij de Algemene Politieke Beschouwingen. De verkiezingsprogramma’s staan vol met mooie plannen en bestaanszekerheid is één van de grootste thema’s geworden in de komende campagne.
Onvoldoende geld om van te leven, betekent dat je niet genoeg hebt om je huur/hypotheek, zorgverzekering, andere vaste lasten en je boodschappen te kunnen betalen. Een vakantie of een dagje dierentuin zit er nooit in, verjaardagen kunnen amper tot niet worden gevierd, kapotte broeken zijn je grootste nachtmerrie want geen geld om deze te vervangen. Laat staan als de koelkast of wasmachine het begeeft. Sporten? Geen geld voor. Clubjes, bibliotheek, een auto? Ook niet. Een koekje bij de koffie is in steeds meer gevallen een luxe geworden. Net als het aanzetten van de verwarming, of naar de tandarts kunnen gaan.
Als ik hierover begin tegen anderen, krijg ik heel vaak dezelfde reacties. Het zal echt wel meevallen, een koekje bij de koffie is ook geen musthave, ze hebben het er zelf naar gemaakt, eigen schuld dikke bult. En tegelijk, als iemand in armoede, laten we zeggen een alleenstaande moeder, dan wekenlang zichzelf heeft weggecijferd om naar een indoor speeltuin te gaan voor een verjaardag, of voor nieuwe schoenen voor haar snelgroeiende kind, dan staan diezelfde mensen als eerste vooraan om te wijzen op dit feit met de woorden dat het wel kan, als je maar wilt. Of ze vragen zich hardop af waar het geld dan vandaan komt. Moet wel fraude zijn. Of ze overdrijft. Ze wil alleen maar het slachtoffer spelen.
Wij Nederlanders zijn de meest arrogante personen als het gaat om mensen in armoede. We hebben hier bewust het beleid gecreëerd dat we een minimumloon aanhouden wat al te weinig is om echt van rond te komen, en dan de bijstandsuitkeringen op 70% van dat minimumloon te zetten. Kom je niet rond? Dan wijzen we met zijn allen naar het enorme woud aan potjes, subsidies en toeslagen. Ga daar je hand maar ophouden als je het nodig hebt. Om vervolgens weer te roepen dat wij geen belasting betalen/hard werken om het leven van anderen te bekostigen. Maar zelfs met al die potjes, toeslagen en regelingen, waarvoor men strenge controles door moet, een enorme papierwinkel in moet leveren, iedere keer weer naar een ander loket moet en vervolgens alles moeten verantwoorden wat ze doen, red men het niet. “Mensen moeten weten waar ze recht op hebben, want ze gebruiken het niet.”
Nee, want mensen vertrouwen na duizenden euro’s aan terugvorderingen de overheid niet meer. Waarom zou je een toeslag aanvragen als je niet zeker bent of je hem mag houden? Waarom zou je bijzondere bijstand aanvragen voor een nieuwe stofzuiger als dit betekent dat je met je stofzuiger achterop de fiets naar de sociale dienst moet zodat zij an publique kunnen testen of hij echt wel kapot is? Waarom zou je uberhaupt bijstand aanvragen als je bij een enkel foutje al duizenden euro’s boete krijgt en je hele uitkering over jaren teruggevorderd kan worden – naast dat het al een streng regime is? In het boekje wat verscheen naar aanleiding van de stofzuiger, wat tegelijk ook de Participatielezing van 2021 van Movisie was, gaf men vier labels op die wij als buitenstaanders aan de mensen in de bijstand geven: we objectiveren ze, stigmatiseren ze, sluiten ze uit en onderdrukken ze. Laat dat even op je inwerken.
We zetten een regeling op, timmeren de voorwaarden volledig dicht want stel je voor dat er fraude gepleegd wordt, en vinden het dan raar dat mensen er geen gebruik van (willen) maken. Eergisteren nog sprak ik iemand op Twitter/X die beweerde dat er echt ontzettend veel fraude was. Dus ik vroeg waar hij dat dan zag. Overal in zijn omgeving. Hem confronterend met de daadwerkelijke cijfers, bleef hij beweren dat die cijfers nooit konden kloppen, puur op zijn onderbuik. Ik zou mijn schouders erover ophalen, ware het niet dat onze oud-minister Henk Kamp exact hetzelfde deed toen hij zijn ministerie in kwam lopen – met de gigantisch strenge fraudewet en de vele schandalen die hieruit voortvloeiden tot gevolg.
Deze denkwijze heeft niet alleen Henk Kamp, en deze denkwijze vloeit voort in alles rondom armoede en het beleid: als iemand zijn vermogen verstopt om geen belasting te hoeven betalen, dan spreken de media en wij van belastingontduiking. Maakt iemand met een bijstanduitkering onbedoeld een foutje, dan spreken we direct van het veel hardere woord fraude, en zo kan je alleen tekstueel al grote verschillen vinden. Maar er is meer: waar de persoon die ‘ontduikt’ gebruik kan maken van de inkeerregeling die er is en dus alsnog zijn vermogen op kan geven zonder belasting te betalen, wordt diezelfde inkeerregeling voor bijstandsgerechtigden vrijwel nooit gebruikt omdat het ‘zonde van het werk van de ambtenaren is, die veel tijd hebben besteed aan het opsporen van de fraude en het opleggen van de sanctie’. Letterlijk zo benoemd door diezelfde ambtenaren.
Ondanks dat we de afgelopen jaren met de ene na de andere overheidsblunder zijn geconfronteerd waarbij mensen compleet vermorzeld werden in de raderen van het beleid, met enorme schulden en tragische gevolgen van dien, blijft het stigma dat armoede de eigen schuld is bitterhard. Werkloosheid, ziekte, scheiding, overlijden van een partner: het zijn de meest voorkomende redenen dat mensen in de bijstand of armoede terechtkomen. Het beeld in Nederland: geld uitgeven wat je niet hebt. Newsflash: geld wat je niet hebt, kan je ook niet uitgeven.
Eenmaal in de armoede ontmenselijken we deze volledig: we spreken van klantmanagers die de bijstand en andere uitkeringen beheren en de mensen hierin begeleiden. En waar wij het normaal vinden om meerdere keren per jaar op vakantie te gaan, een verjaardag/Sinterklaas/Kerst groot te vieren, naar de sportschool te gaan, elke maand een keer uit eten of met de kinderen naar de McDonalds: zodra je in armoede zit mag dit alles niet meer. Stel je voor dat je ook maar een euro besteed aan iets wat wij heel normaal vinden, maar wat een ander dan niet meer mag. Omdat wij als collectief het geld opbrengen voor de bijstand, vinden we dat we ook mogen bepalen hoe de mensen hiervan leven.
En dat mogen ze dus niet.
Gevolg: depressies, gezondheidsklachten, hogere schulden, mensen die de bijstand nooit meer uit zullen komen. Volledig geknakt door het regime, door de vooroordelen, de schuldgevoelens en het continu bezig zijn met geld, omdat ze niet meer weten hoe ze het einde van de maand moeten halen.
We hebben met zijn allen er de mond vol van dat de kosten voor de zorg door het dak schieten, dat mensen de zorg vermijden, niet naar de tandarts gaan, niet gaan werken, de GGZ wachtlijsten groot zijn en steeds meer mensen de schuldhulpverlening in moeten. Dat kinderen in armoede leven, niet meekomen op school en de criminaliteit ingaan.
Maar we zullen nooit toegeven dat dit het directe gevolg is van onze eigen perceptie.