Rechtsstaat

We leren altijd dat de rechtsstaat een huis is: de trias politica. Maar ik zie de rechtsstaat meer als een studentenhuis: overal hangen briefjes ‘ruim je eigen zooi op’ maar niemand voelt zich verantwoordelijk voor het schoonhouden van de gemeenschappelijke ruimtes. Dit waren de woorden van de voorzitter van de Staatscommissie Rechtsstaat, vanmiddag in Utrecht.

Voor het eerst in hele lange tijd vond ik mijzelf vandaag dus weer op een bijeenkomst over een actueel en politiek onderwerp. De Staatscommissie Rechtsstaat hield vandaag een open forum: een bijeenkomst met ambtenaren, ervaringsdeskundigen, mensen uit het werkveld en simpele burgers met vreemde hobby’s zoals ik dus. De commissie was in volledige sterkte aanwezig en wilde vooral één ding weten: wat wij te vertellen hadden.

Dit deden we in deelsessies. Zelf bezocht ik de sessies ‘knelpunten in bestuur en uitvoering’ en ‘de betekenis van de rechtsstaat voor de burger’. En waar ik eigenlijk vooral ging om te luisteren en te leren, vond ik mezelf al snel ook midden in de discussie. Ik ga jullie niet allemaal vervelen met de inhoud, maar wel met wat er uiteindelijk uitkwam.

Omdat het mij best liet schrikken. De algemene consensus onder de aanwezigen was: de overheid luistert niet, graaft zich diep in in het eigen gelijk, walst over mensen heen en doet niet waarvoor zij is opgericht: de burger beschermen. Sterker nog; juist zij die de overheid het meeste nodig hebben, de zwakkeren in de samenleving, juist zij voelen zich het meest in de steek gelaten door diezelfde overheid. Ze vertrouwen de overheid niet meer, durven niet meer aan te kloppen en drijven zo ook steeds verder weg.

En dat was ook mijn inbreng toen het weer ging over het in gesprek gaan met de mensen: hoe verwacht je dat de mensen die je wilt bereiken, ook echt naar je toekomen als hun enige ervaring met de overheid er eentje is die niet luistert en ze alleen maar in diepe problemen brengt? Ik hoorde ervaringsdeskundigen over de toeslagenaffaire, hoe het UWV met ze om is gegaan, de frustratie, de onmacht. De waarschuwing dat er onder de oppervlakte enorme misstanden met duizenden mensen die daar slachtoffer van zijn schuilen die binnen nu en korte tijd hun weg naar boven gaan vinden. Er is geen vertrouwen meer, de overheid heeft zijn taak verwaarloosd en dat komt nu allemaal naar buiten.

Dat stemt mij somber, omdat ik zelf daar ook voor strijd. Voor die mensen. Maar tegelijk ben ik ook mondig, politiek actief. Ik schrijf hier aan mijn keukentafel hele rapporten over armoede, de bestrijding ervan en de knelpunten in beleid. En dan hoor je vandaag al deze verhalen. Het maakt mij strijdbaar.

Maar vooral: ik hoop dat als de commissie straks met zijn rapport komt in juni, dat deze eens niet in een lade verdwijnt, maar dat er ook echt iets mee wordt gedaan.